Blog Master Leren en Innoveren, Fontys Eindhoven

"Don't compare your progress with that of others. We all need our own time to travel our own distance" - Oprah-

zaterdag 29 maart 2014

Toetsen of beoordelen?

In mijn voorbereiding op maandag (LA2-6) las ik dat we een workshop toetsing kregen. Persoonlijk heb ik niets met het onderwerp. Ik hou niet van toetsen, zeker geen kennistoetsen. Dat was ook een van de voorwaarde voor mijn selectie van een opleiding: geen kennistoetsen. Ik merk nu al dat allerlei oude faalangsten weer boven komen drijven op het moment dat ik summatief getoetst wordt.

And there is an app for that!

De app toetsangsttest is ontwikkeld door het lectoraat Assessment van Saxion in samenwerking met Parantion. Vlak voor de toets moet de student een aantal vragen invullen en na afloop de resterende. Meteen ontvangt de student een korte raportage over de resultaten met een lonk naar het volledige rapport. Bij een hoge toetsangstscore wordt de student geadviseerd een gesprek met de SLB-er aan te vragen. Tijdens de proefperiode van de app kwam naar voren dat studenten deze testafname via een app handig en efficient vonden en de testrapportage werd als waardelol en bruikbaar gezien voor gesprek met SLB-er.
Lees meer over dit onderzoek het tijdschrift Onderwijsinnovatie maart 2014 van de Open Universiteit : Smartphone meet toetsangst
Ik kan trouwens de app niet vinden in de App en Goole Play store.

Als ik al een kennistoets zou opnemen in mijn herontwerp, dan gaat mijn voorkeur naar een toets die spelenderwijs wordt afgenomen. Zoals onze lector van Zuyd Dominique Sluijsmans tijdens haar oratie over de functie van beoordelen in het HBO vertelde dat een student meer beoordeeld zou moeten worden op het kunnen werken met kennis dan het reproduceren van kennis.
'Professioneel beoordelen betekent dat de student in de weg naar startbekwame beroepsbeoefenaar in een gebalanceerd en samenhangend programma van beoordelen een groot aantal beoordelingstaken uitvoert. Deze taken zijn ontworpen door bekwame beoordelaars. De beoordelingstaken leveren informatie c.q. bewijs over het kennen en kunnen. Bekwame beoordelaars verzamelen en interpreteren de informatie c.q. het bewijs op een zodanige wijze dat deze interpretatie niet alleen de studenten handvatten biedt die hen motiveren en inspireren beter te worden in de professie, maar ook leiden tot het nemen van betrouwbare, valide en transparante beslissingen over het professioneel vakmanschap, het onderzoekend vermogen en de mate van zelfontwikkeling. Het hele proces voltrekt zich in een leer- en werkomgeving waarin alle betrokkenen professioneel handelen en zich professioneel gedragen, in een leer- en werkomgeving die representatief is voor de professie en in een leer- en werkomgeving die is gericht op kwaliteitsbewustzijn en voortdurende kwaliteitsverbetering.’
Klik op de afbeelding voor de publicatie van Dominique Sluijsmans over beoordelen verankeren in visie op leren

maandag 24 maart 2014

Ideeën van mogelijk herontwerp

Het tijd- en plaatsonafhankelijk leren met open en online materiaal zijn uitgangspunt van het curriculum van de faculteit ICT. Binnen het innovatieproject van faculteit ICT wordt onderzocht of een MOOC (Massive Open Online Course) en OER (Open Educational Resources) een meerwaarde voor hun onderwijs kan zijn. De nog te ontwerpen minor Gaming zal volgens deze uitgangspunten worden ontworpen. Tevens zal een framework ontwikkeld worden om huidige onderwijseenheden te toetsen aan de uitgangspunten open en online. De activiteiten voor de minor Gaming zal volgens het five stage model van Gilly Salmon (trapmodel) opgezet worden. De e-tivities hebben tot doel een klimaat te creëren om samenwerken te bevorderen waardoor beter kennis gedeeld wordt.

De onderstaande 6 punten heb ik hiermee volgens mij ondervangen.

A. Assessment criteria (bijv. out-of-the box genoeg?)
B. Juiste kerndoelen/leerdoelen gekozen? Andere keuze beter?
C. Haalbaar ontwerp? (in tijd ontwerper, in implementatie)
D. Integraal onderwijs? (Nog te vakgericht?)
E. Flow onderwijs? (motiverend?)
F. Strokend met curriculum analyse? (Hou je voldoende focus met wat de school/bedrijf nodig heeft)

Let's go!



De prestatie-indicatoren voor dit leerarrangement zijn:
2.1. Je past actuele kennis op het gebied van Leren & Innoveren op voldoende wijze toe; en je hebt voldoende kennis van en inzicht in relevante concepten,ideeën en onderwerpen;
2.2.Je levert een voldoende actieve bijdrage aan de ontwikkeling van een gemeenschappelijke visie op leren en didactiek binnen de eigen onderwijsinstelling brengt voldoende (verbeter)voorstellen in en kan voldoende aangeven waarin zijn visie verschilt van die van anderen
2.4. Je toont voldoende analytisch vermogen, combineert op voldoende beargumenteerde wijze inzichten uit verschillende leerpsychologische theorieën, empirie en goede praktijkvoorbeelden en vertaalt deze voldoende naar concrete mogelijkheden voor onderwijsontwikkeling binnen de eigen onderwijsinstelling;
 2.5. Je geeft –binnen de door het management gestelde kaders – op voldoende professionele wijze vorm en richting aan onderwijsontwikkeling;

Ontdek je kernkwaliteiten via de Talentenwijzer


De Talentenwijzer is een gratis app [beschikbaar in de App Store en via Google Play] van uitgeverij Boom Lemma waarmee je als docent je professionele kwaliteiten kunt bepalen. Als feedback krijg je een persoonlijke talenten top 5.

Mijn top 5 was:
  1. Leergiering
  2. Optimistisch
  3. Zorgzaam
  4. Betrouwbaar
  5. Contactueel vaardig
Klopt aardig toch? :)


zondag 23 maart 2014

The Learning Flow

Learning is a process not an event. Learning is a journey not a destination. 
Jane Hart 
Nog meer Flow nodig? Zie het tijdschrift ;)
Jane Hart is auteur van het Social Learning Handbook 2014 (door mijn paper over Social Learning haar 'ontdekt') maar ook ontwerper van het framework voor sociaal leren: The Learning Flow.
A Learning Flow is a continuous steady stream of social micro-learning activities – accessible from the web and mobile devices
  • continuous – ongoing (ie no end date)
  • steady – daily (or probably more likely, weekdaily)
  • micro-learning – short – ie taking no longer than 15-20 minutes to undertake
  • activities – that involve reading (watching or listening to) something and doing something
  • social – that invite and encourage active participation and contribution
  • stream  –  that are organised and structured in the Flow in weekly themes
  • accessible from web and mobile devices – to ensure that  learning can take place anywhere and at anytime
Check out haar blog Learning in the Social Workplace voor meer informatie over deze Learning Flow.

maandag 17 maart 2014

Leren in Eindhoven 2030

Master Leren en Innoveren ook betrokken bij de Eindhovense leercoöperatie?


Bijbehorende documenten te downloaden via Lighthouse en bronnenbank.
Check ook hun facebookpagina

Via blog Pierre Gorissen

Ontwikkelingen die geschetst worden gelden natuurlijk niet alleen maar voor de slimme regio Eindhoven ;)

De docent als ontwerper van het onderwijs?

Via Blogcollectief Onderzoek Onderwijs werd ik geattendeerd op een artikel van Eke Rebergen (docent bij Avans) dat verscheen op de website Onderwijsfilosofie (ook de moeite van het volgen waard!). In zijn artikel 'De docent als ontwerper van het onderwijs' onderscheidt hij 3 typen: de Ontwikkelaar, de Curator van vooruitgang en de Doendenker. Zijn ideaaltyope van de hedendaagse docent-ontwerper:

Het ideaaltype docent-ontwerper is een creator van zowel relaties, omgevingen als inhoud. Juist de meest vaste opvattingen binnen het onderwijs worden uitgedaagd en vormen een voedingsbodem voor experimenten om het experiment zelf. De docent is niet gericht op eenvoudigweg meer kennisoverdracht, meer orde in de klas of hogere cijfers, maar maakt hier hooguit gebruik van op zoek naar nieuwe, nooit gedane, verrassende en/of ongehoorde mogelijkheden van het onderwijs.  
Deze docent zoekt consequent naar een zekere verschoning, doorbreking of dwarsdenken – binnen of op de grens van de institutionele, systematische structuur van het hedendaags onderwijs. Het is hierbij van geen belang om de nut of zinvraag te stellen van de resultaten die hij hiermee behaalt – een antwoord zal simpelweg altijd verwijzen naar de waarde van het proces zelf. 
Deze docent zoekt naar de mazen in het systeem, wil veel ruimte om zelf het handelen te bepalen, doorbreekt controle-middelen of hiërarchische structuren. Deze docent is met recht een ontwerper – hij wordt meer dan iemand anders gekenmerkt door een unieke, bewuste combinatie die hij net als een ontwerper maakt tussen esthetiek en politiek – waardoor hij (impliciet) oog heeft voor, en uitdrukking geeft aan, hetgeen mooi en belangrijk is aan ons onderwijs.
Al ben ik dan geen docent, ik herken me wel in deze omschrijving :). Rebergen zegt dat hij net als Rob Martens eens is dat docenten beter zelf leermateriaal kan maken:

Als actieve maker of arrangeur van (ict-gebaseerd) leermateriaal kan hij zelf zijn verantwoordelijkheid nemen voor het onderwijs dat nodig is om leerlingen optimaal voor te bereiden op de wereld van morgen.

Ik ben het eens met deze stelling. Echter ik merk als projectleider van het MOOCZI-project dat docenten het maken van online en open leermateriaal als tijdrovend en lastig ervaren. Het regelen van rechten, het metadateren, inzicht hebben in de verschillende mediatools zijn hindernissen.Wij denken daarom dat het inzetten van ontwerpteams met een instructional media designer (ervaring met een varieteit van visualitie tools), een informatiespecialst (met kennis van auteursrechten en het zoeken naar open beschikbaar leermateriaal), en een onderwijskundige (verstand van eLearning en didactiek) nodig is om de docent te 'ontzorgen'.

vrijdag 14 maart 2014

Go with the flow


Afgelopen maandag waren we te gast bij Josje Hardema van Eduventure om in de flow te komen :). De voormalige 'verboden stad', de leegstaande fabriekshallen van Philips was de omgeving waar het moest gebeuren. We werden ontvangen in een broeinest van creativiteit, de 4e verdieping in het Klokgebouw op Strijd-S. Het reisje met de (oude goederen) lift was al een filmische belevenis.

Josje gaf een presentatie over de rol van creativiteit in het onderwijs en hoe we dat kunnen gebruiken bij het ontwerpen van ons onderwijs. Ook de samenhang met 21 st century skills kwamen natuurlijk voorbij.
Bij creativiteit denken we vaak in eerste instantie aan iets kunstzinnigs ontwerpen. Creativiteit heeft naast maakkracht ook met denkkracht te maken. Dus divergent denken. We gingen weer aan de slag. Met post-its op een groot vel papier. Het zgn Business Model Canvas, mij al bekend van de projectaanvragen binnen Zuyd.


Iedereen had de opdracht 'neem flow-food mee' uitgevoerd. Met z'n allen hadden we weer een heerlijk flow-buffet samengesteld. Top!

Na de break kregen we een flow-opdracht:
Met mijn flowmaatjes vond ik een flowrijkplekje op een flowleertaak te ontwerpen. Als voorbeeld werd een flowarm deel in ons onderwijsaanbod genoemd. Wij hebben het dicht bij huis gehouden, namelijk de leergroepweken van de MLI. Dit vinden wij een flowarm deel van onze master.

Het doel was een effectieve besteding van de leergroepweek.

Via blog Eric
Wij dachten aan 1 dagdeel voor reflectieve rolontwikkeling. Leertaak bestaat uit spelvormen om talent, ambitie, succeservaringen te onderzoeken/stimuleren. Dit gekoppeld aan O&I en opbouw van je portfolio. Uitgangspunt zijn de rolontwikkeling van de 4 MLI-rollen.
Dagdeel 2 wordt ingevuld door de MLI-studenten. Doel is meer betrokkenheid bij elkaar en de opleiding. Leertaak is om in groepen een inspiratiesessies te organiseren vanuit eigen interesse en/of expertise (thema's kunnen ook aangedragen door MLI). Dit kan bestaan uit het zelf verzorgen van lezingen/presentaties/workshops van jouw expertise, het uitnodigen van expert.
Voorwaarde is een stimulerende fysieke en online werk- en leeromgeving.

We hebben het ontwerp verder uitgewerkt en overhandigd aan de docenten. Wij hebben onze studiepunten voor dit LA wel binnen dachten wij zo ;).
Als je goede voorwaarden en ruimte creeert (condities) komt creativiteit tot leven!




maandag 10 maart 2014

Generieke HBO-competenties

Waar zijn algemene HBO-competenties op gebaseerd?

Er zijn Dublin-descriptoren [Kennis en inzicht | Toepassen kennis en inzicht | Oordeelsvorming | Communicatie | Leervaardigheden] en het rapport accreditatie hoger onderwijs "Prikkelen Presteren Profileren” van de commissie Franssen [verwevenheid van vakinhoudelijke en generieke comptenties]. Tegenwoordig wordt steeds meer gesproken over 21st century skills [informatievaardigheid | ICT geletterheid | technologische geletterheid].

Wat is HBO-waardig eigenlijk? vraagt Piet Kempen zich af. Ik vind de tien algemene HBO-competenties zoals hij die geformuleerd heeft wel de lading dekken.
  1. Brede professionalisering
  2. Multidisciplinaire integratie
  3. (Wetenschappelijke) toepassing 
  4. Transfer en brede inzetbaarheid 
  5. Creativiteit en complexiteit in handelen 
  6. Probleemgericht werken 
  7. Methodisch en reflectief denken en handelen
  8. Sociaalcommunicatieve bekwaamheid
  9. Basiskwalificering voor management-functies 
  10. Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid
Komt wel redelijk overeen met de 21st century skills
via 'How we measure a competency'




Five Stage Model van Gilly Salmon


Vandaag start mijn MOOC over learning design van Gilly Salmon. Zij is onder meer bekend geworden met haar Five Stage Model en haar boeken e-moderating en e-tivities.

In haar Five Stage Model laat zij de stappen zien om een klimaat te creëren om samenwerken te bevorderen waardoor beter kennis gedeeld wordt. Dit principe gebruikt zij (uiteraard) ook bij haar MOOC. Al een week ontvang ik mailtjes en word ik enthousiast gemaakt over deze cursus. Lees hierover meer via mijn blogbericht op het MOOCZI-blog.

vrijdag 7 maart 2014

SAMR as a Framework for Moving Towards Education 3.0

Via Educational Technology and Mobile Learning deze mooie infographic over de ontwikkeling van technologie in het onderwijs van 1.0 naar 2.0 tot 3.0. In het kort via:
Education 1.0 can be likened to Web 1.0 where there is a one-way dissemination of knowledge from teacher to student. It is a type of essentialist, behaviorist education based on the three Rs – receiving by listening to the teacher; responding by taking notes, studying text, and doing worksheets; and regurgitating by taking standardized tests which in reality is all students taking the same test. Learners are seen as receptacles of that knowledge and as receptacles, they have no unique characteristics. All are viewed as the same. It is a standardized/one-size-fits-all education. 
Similar to Web 2.0, Education 2.0 includes more interaction between the teacher and student; student to student; and student to content/expert. Education 2.0, like Web 2.0, permits interactivity between the content and users, and between users themselves. Education 2.0 has progressive roots where the human element is important to learning. The teacher-to-student and student-to-student relationships are considered as part of the learning process. It focuses on the three Cs – communicating, contributing, and collaborating.

Education 3.0 is based on the belief that content is freely and readily available as is characteristic of Web 3.0. It is self-directed, interest-based learning where problem-solving, innovation and creativity drive education. Education 3.0 is also about the three Cs but a different set – connectors, creators, constructivists. These are qualitatively different than the three Cs of Education 2.0. Now they are nouns which translates into the art of being a self-directed learner rather than doing learning as facilitated by the educator. 


The SAMR model was developed by as a framework to integrate technology into the curriculum. I believe it can also serve as a model to establish and assess if and how technology is being used to reinforce an old, often archaic Education 1.0 or being used to promote and facilitate what many are calling 21st century skills, i.e., creativity, innovation, problem-solving, critical thinking; those skills characteristic of Education 3.0. Many look at SAMR as the stages of technology integration. I propose that it should be a model for educators to focus on Modification and Redefinition areas of technology integration. Why should educators spend their time recreating Education 1.0 using technology at the substitution and augmentation levels when there are tools, techniques, and opportunities to modify and redefine technology integration for a richer, more engaging Education 2.0 or 3.0?
Via User Generated Education

Reimagining learning [TEDx]

In deze TEDxTalk Reimagining Learning bepleit Richard Culatta technologie te gebruiken om het leerproces te herontwerpen. Nu wordt technologie in het klaslokaal gebruikt om datgene te digitaliseren wat we gewend zijn te gebruiken, bv. een schoolbord door een smartboard, een boek door een e-book. Culatta laat voorbeelden zien hoe je technologie kunt gebruiken om gepersonaliseerd leren te bevorderen. Met behulp van learning analytics is het mogelijk onmiddelijke feedback te geven of je een opdracht goed of niet goed uitvoert.

Zijn boodschap:
Teachers: “don’t digitize traditional teaching practice”
Developers: “Build awesome tools to personalize learning”



Zie ook de website van Richard Calutta Innovative Learning met veel informatie over onderwijsontwerpen, maar ook over leertheorieën en leerstijlen (die niet bestaan!, bestaat namelijk geen wetenschappelijk bewijs voor ;))

donderdag 6 maart 2014

Proces tot curriculumanalyse A-B-C

Curriculumanalyse A Visualisatie [Curriculum-analyse_Deel A]

Doel van de visualisatie is om kernachtig en overzichtelijk de opbouw, kenmerken en sterke en zwakke punten in het opleidingsprogramma van jouw school weer te geven. 
Voor deze opdracht heb ik gekozen voor Prezi. Om te visualiseren dat een curriculum is koos Van den Akker voor de metafoor van het spinnenweb. Het is flexibel, maar als er hard aan draden getrokken wordt zonder dat andere meebewegen, scheurt het. Van den Akker zegt ook "every chain is as strong as its weakest link". Deze uitspraak en het spinnenweb brachten mij op het idee om het curriculum te visualiseren in de vorm van een ketting. Een spinnenweb is een prachtig sieraad.
In het spinnenweb zijn de diverse onderdelen van het curriculum gevisualiseerd, het geheel hangt aan de ketting, de omgeving. De omgeving: beroepsveld, ministerie, regio bepaalt mede hoe het curriculum vorm moet krijgen.
In deze Prezi vormen (niet bij alle deelonderwerpen) zowel het beoogde en het uitgevoerde curriculum geannalyseerd van de faculteit ICT. Voor het bereikte curriculum wilde ik informatie uit NSE2013, van blokevaluaties 2013-2014 en 1e semester 2014 gebruiken. Helaas lukte het me niet door vakantie en ziekte van mijn informatiebronnen om deze input op tijd te ontvangen en te verwerken.

Curriculumanalyse B Beschrijving in 800 woorden [Curriculum-anaylse_Deel B]


Lastig om dit in 800 woorden te vatten. Veel tekstdelen verwijderd waardoor ik het idee heb dat ik niet alles even duidelijk heb kunnen benoemen. Het feit dat ik niet betrokken ben bij de uitvoering van het curriculum maakte het voor mij lastig en heb ik veel tijd moeten besteden in doorgronden curriculum. De periode van 4 weken om de benodigde informatie en gesprekken te voeren, vond ik kort.Voor dit onderdeel heb ik toegang gekregen tot de digitale ontwikkelomgeving op Blackboard, gesprekken gevoerd met faculteitsdirecteur, teamleiders en onderwijscoördinatoren.

Curriculumanalyse C Inhoudelijke analyse in 800 woorden [Curriculum-analyse_Deel C]

Ook bij dit onderdeel was het lastig om alle vragen te beantwoorden, zeker vraag 4 "hoe komen deze leerdoelen in het primaire proces van jouw groe(en)/leerjaren terug". Ik heb er voor gekozen het ontwerpproces (immers de faculteit zit midden in een curriculumherziening) te anayseren, gezien vanuit mijn functie als I-adviseur en in mijn rol als projectleider van het innovatieproject MOOCZI. Ik heb hiervoor gebruik gemaakt van Het ontwerpboek van Mariël Rondeel en de input van Gilly Salmon.


Zowel bij B en C heb ik meer dan 800 woorden, maar als ik alle kopjes en bronvermeldingen niet meetel, blijf ik binnen de grens :) .
Afkijken mocht. Ik heb dus ook even gespiekt bij mede-studenten maar ik vermoed dat ik deze opdracht iets wat anders uitgevoerd heb dan wat van me verwacht werd, dit komt toch wel door mijn andere rol binnen het onderwijs. Ik hoop toch dat mijn informatievaardigheid, conceptueel denken, oordeelsvorming en communicatie/presentatie voldoende is voor deze MLI-rol ondernemende ontwikkelaar! Gelukkig hebben we nog een paar weken om die waar te maken.


Mijn flowmoment

We hebben tijdens LA1 ook al eens een FLOW-opdracht gehad. Geen idee meer waar deze opdracht over ging ;) .We moesten in iedergeval een artikel van Csikszentmihalyi lezen. Ik heb destijds al blogpost aan besteed, zie (of lees) Wat wil ik leren?

In Canon van het leren is ook een artikel gewijd aan Flow.
Flow is een toestand waarin mensen zo betrokken zijn bij een activiteit dat ze alles om zich heen vergeten. Die ervaring is prettig dat men er vaak nog heel veel voor over heeft om die ervaring nogmaal te beleven (2012, p. 253).
En dat is precies wat er gebeurd als ik aan het bloggen ben. Het is een prettige ervaring om een blogpost te creëren. Ik vergeet alles om me heen, ik hoor niets meer, ik vergeet te eten. Vergeet de was uit de machine te halen :) En ik vind het (elke keer) spannend om het resultaat uiteindelijk te delen door te publiceren. Soms ben ik ook uitermate trots op hetgeen ik bereikt heb zodat ik die ervaring nogmaals wil beleven.
Er is niet een specifiek moment dat ik me herinner. Ik heb het niet alleen met bloggen, maar ook wel met een online foto-album maken. Het gaat bij mij dus om creëren, maar wel met gebruik van een computer :)

Het is zoals inde powerpoint van Janette Girod die we voor deze opdracht moesten lezen Finding Flow: Getting into the zone at work om aandacht te hebben voor hetgeen je doet. Ik blog daarom ook voornamelijk thuis omdat ik op mijn werk te veel afgeleid wordt om mijn gedachten te ordenen, want dat is wat ik doen als ik een blog schrijf. De beschreven karakteristieken van "getting into the zone", herken ik dus. Ik weet waarover ik wil schrijven (doel), ik ben geconcentreerd, heb geen tijdsbesef, ik heb controle over dat wat ik doe, het is altijd weer een uitdaging, ik krijg onmiddelijk feedback.
Als je vaak in een flow komt, kan het ook een verslaving worden? ;)

Onderstaande afbeelding hoort misschient het beste bij mijn flowmomenten.
Gefocust, kleurrijk, spannend.

Via @GraphicStock
Nu nog even nadenken welk FLOW-hapje hierbij hoort....



woensdag 5 maart 2014

Onderwijs Ontwerpen. Een Uitdaging.

paper vase cover
Paper Vase Cover, gezien in Beurs van Berlage
Dutch Design Expo
Tijdens het werken aan de analysen van het curriculum van de faculteit ICT heb ik ook nog Het Ontwerpboek : leertrajecten ontwerpen voor vakmanschap en vernieuwing / red. Mariël Rondeel gedeeltijk gelezen. Mederedacteuren van dit boek Ans Grotenhorst en Joseph Kessel schreven ook 'Het ontwerpproces als leerproces, hoofdstuk 12 in het Handboek human resource development. Beide publicaties gaf me inzicht in de ontwerpfase waarin de faculteit ICT zich nu bevindt, midden in een curriculumherziening.
Het ontwerpproces blijkt sterk afhankelijk te zijn van de opvattingen van de ontwerper en de vragen die deze zich stelt.
Het is een lastig proces om met vele mensen onderwijs te ontwerpen. Docenten hebben immers ook verschillende leervoorkeuren (TIP, zie Learning Theories via InstructionalDesign.org en Learning-Theories.com). De benadering die de ontwerper kiest, weerspiegt zijn opvatting over leren. Er zijn zoveel ontwerpbenaderingen. Dat relativeert ook wel weer. Wie zijn wij dat we denken het leren van studenten te kunnen plannen en te sturen? Bij ontwerpen gaat het meer om het leren te faciliteren. De faculteit ICT doet dat al door zorg te dragen voor een ondersteunende en stimulerende leeromgeving (zowel fysiek als online). Dit is een humanistische leertheorie, welke gericht is op verwerven van persoonlijke autonomie. Daarnaast staat ook 'learning-by-doing' principe in het didactisch model van de faculteit. Ervaringsleren, leren door doen, gekoppeld aan de beroepspraktijk met nadruk op reflecteren is de pragmatische stroming. Hoewel dit benoemd wordt als een constructivistische visie in de ICT-onderwijsvisie ben ik geneigd dit meer als sociaal-constructivisme te benaderen. Immers kennisontwikkeling door middel van samenwerken staat centraal.
Het didactisch model is helder en duidelijk. Het ontwerpen van de onderwijseenheden gebeurt bij de faculteit ICT door verschillende docententeams. Het wordt min of meer problematisch als er tegenstrijdige opvattingen over leren in zo'n team zijn, of tegenstrijdig aan het ontwerpmodel zoals voorgeschreven. Daarom zou ik een multidisiplinair ontwerpteam inzetten, bestaande uit een instructional media designer, een informatiespecialist, een onderwijsdeskundige die samen met het docententeam het onderwijs vorm geeft. Dit waarborgt beter de beoogde integrale benadering.
In het ontwerpproces van de faculteit zie ik een systematische ontwerpbenadering. Zo'n benadering wordt veelvuldig gebruikt en maakt het ontwerp planbaar. De Tyler Rationale is een bekend ontwerptechniek, waarbij de volgende 4 vragen gesteld worden:
  1. welke doelen wil je bereiken?
  2. welke leerervaringen kunnen we aanbieden om de beoogde doelen te realiseren?
  3. hoe kun je deze leerervaringen efficiënt organiseren?
  4. hoe kun je vaststellen of de beoogde doelen ook daadwerkelijk bereikt zijn?
Het rijtje KVA: Kennis, Vaardigheden en Attitude komt ook in de ontwerpprincipes van de faculteit ICT terug.
Maar zoals altijd projectplanning zijn geduldig, maar ontwerpers niet. Sociale en communicatieve aspect van het samen ontwerpen speelt een belangrijke rol, de zgn relationele ontwerpbenadering.
Vakbekwame ontwerpers hebben het vermogen om in elke situatie de juiste principes te kiezen op grond waarvan het bouwen kan starten.
Fundament voor het vakmanschap:
  1. bekwaam analyseren en doordacht kiezen
  2. vakkundig gebruik van de juiste instrumenten
  3. vaardig omgaan met de sociale context
Josep Kessels zegt ten slotte in het epiloog van het Ontwerpboek met al zijn ervaring over onderwijsontwerpen:
De succesvolle ontwerper van leertrajecten is waarschijnlijk niet de ambachtelijke uitvoerder van vragen naar opleidingsprogramma's. Het zijn juist de intrigerende, urgente vraagstukken die om een onconventionele oplossing vragen waarin de ontwerper excelleert. Vakmanschap, waarbij de ontwerper een systematische en realtionele benadering integreert, is daarbij een voorwaarde.
Het bijzondere van de vernieuwingsaanpak zit in de stijl om gedurfde keuzes te maken, geïnspireerd door tegendraadse vakgenoten uit andere disciplines, en aangewakkerd door een energieke nieuwsgierigheid naar nier voor de hand liggende oplossingen. Opleidingskundig ontwerpen is een spannend avontuur, zodra je plezier kunt beleven aan het realiseren van wat schijnbaar onmogelijk leek.